Dietrich Bonhoeffer werd in 1906 geboren in Breslau, het tegenwoordige Wroclaw in Polen. Bonhoeffer studeerde theologie in Berlijn en werkte bij de Lutherse gemeente in Barcelona en later bij de Berlijnse theologische faculteit. Toen Hitler in 1933 in Duitsland aan de macht kwam, nam Bonhoeffer duidelijk stelling tegen het nieuwe regime. Hij ging als predikant naar Londen voor een Duitse gemeente daar. In 1935 keerde hij terug om leiding te geven aan het Prediger Seminar van de Bekennende Kirche, dat zich niet wilde aansluiten bij het naziregime. Het seminarie werd in 1937 door de Gestapo gesloten, maar Bonhoeffer ging illegaal verder.

Actief in verzetsbeweging

Dietrich Bonhoeffer nam actief deel in de verzetsbeweging en leefde het dubbelleven van een pastor in de ondergrondse. Hij raakte betrokken bij een Duitse verzetsgroep, die een aanslag op Hitler voorbereidde. In 1943 betrapten de nazi’s Bonhoeffer bij het smokkelen van joden naar Zwitserland en werd hij gevangen gezet. Toen bleek dat Dietrich Bonhoeffer ook betrokken was bij de voorbereiding van de aanslag op Hitler, werd hij op 9 april 1945 terechtgesteld.